De rechtbank Midden-Nederland heeft uitspraak gedaan over de verschuldigdheid van de transitievergoeding bij een werkgeverswissel, nadat een vervoersopdracht aan een ander vervoersbedrijf is gegund. De jurist mr. Mirjam Boks van Juristen ArbeidsRecht Nederland heeft een zeer goed resultaat behaald voor haar opdrachtgevers, de 2 oud werknemers.
In deze zaak waren verzoeker 1 en verzoeker 2 tot 31 december 2015 in dienst bij vervoersbedrijf Hoektax. Beide verzoekers waren fulltime werkzaam en hadden een contract voor onbepaalde tijd.
In 2015 had Hoektax maar één vervoersopdracht. Vanwege de beëindiging van deze vervoersopdracht heeft Hoektax besloten om het bedrijf te sluiten. De vervoersopdracht is bij een aanbesteding gegund aan Connexxion.
Het UWV heeft aan Hoektax toestemming verleend tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst met verzoeker 1 en verzoeker 2. Na de beëindiging van de arbeidsovereenkomst met Hoektax, zijn beide verzoekers als chauffeur bij Connexxion parttime in dienst getreden.
De gemachtigde van Hoektax heeft erkend aan verzoeker 1 en verzoeker 2 een transitievergoeding verschuldigd te zijn. Wel wilde Hoektax de betaling van de transitievergoeding spreiden over een periode van maximaal zes maanden. Deze betaling heeft echter nooit plaatsgevonden. Hoektax meent nu geen transitievergoeding verschuldigd te zijn, omdat verzoeker 1 en verzoeker 2 bij Connexxion in dienst zijn getreden. Volgens Hoektax kan Connexxion gezien worden als opvolgend werkgever.
Verzoeker 1 en verzoeker 2 hebben het verzoek ingediend dat Hoektax wordt veroordeeld tot betaling van de transitievergoedingen. Daarnaast vorderen beide verzoekers dat Hoektax wordt veroordeeld ieder van hen een schadevergoeding van € 5.000,- te voldoen.
Volgens de kantonrechter is er geen sprake van overgang van onderneming tussen Hoektax en Connexxion. Hierdoor was Connexxion ook niet verplicht om de werknemer van Hoektax een baan aan te bieden. Wel zou er sprake zijn van opvolgend werkgeverschap/werkgeverswisseling.
Hoektax heeft zelf het initiatief genomen om de arbeidsovereenkomsten met verzoeker 1 en verzoeker 2 te beëindigen. Daarnaast staat ook vast dat verzoeker 1 en verzoeker 2 ten minste 2 jaar in dienst zijn geweest bij Hoektax. Hierdoor komen verzoeker 1 en verzoeker 2 in principe in aanmerking voor de transitievergoeding.
Uit de kamerstukken is gebleken dat bij een werkgeverswisseling de opgebouwde rechten van de werknemer meegaan naar de nieuwe werkgever. Daar is in deze situatie geen sprake van, omdat de werkgeverswisseling negatieve gevolgen heeft voor de verzoekers. De verzoekers hebben bij Connexxion namelijk een contract voor bepaalde tijd en voor gemiddeld 15 uren per week. Verzoekers zouden teveel nadeel lijden, wanneer Hoektax niet met hen zou hoeven af te rekenen over de periode tot de werkgeverswisseling. Dit is niet de bedoeling van de wetgever geweest bij het in het leven roepen van de WWZ.
Hoektax wordt veroordeeld tot betaling van de transitievergoeding aan verzoeker 1 en verzoeker 2. De vordering tot schadevergoeding is afgewezen, omdat beide verzoekers geen schade lijden doordat Hoektax hen de transitievergoeding verschuldigd is.
Zit u in een ontslag situatie en zoekt u juridisch advies? Ontvang direct advies van onze arbeidsjuristen.
Laat onze arbeidsjuristen uw beëindigingsovereenkomst controleren.
Ook voor u? Onze juristen beoordelen direct of u recht heeft op een hogere vergoeding.
Mail onze juristen en krijg direct antwoord op uw vragen over ontslag.